Nadat hij zijn vwo-diploma haalde, was het voor Wim Bergmans nog niet meteen duidelijk wat zijn vak zou worden. Hij liet verschillende opties de revue passeren: medicijnen, maar ook weg- en waterbouw. Uiteindelijk begon hij in Amersfoort op de laboratoriumschool aan een verkorte, tweejarige hbo-opleiding. Tijdens zijn opleiding liep hij onder andere in het tweede jaar stage in het Boerhave ziekenhuis, één van de voorlopers van het St Jansdal. Na zijn studie werkte Wim twee jaar als technisch onderwijsassistent. Dit was geen schot in de roos; het onderwijs bleek niet zijn ding te zijn. Het was niet praktisch genoeg.

Ontwikkelingen in het vakgebied

Uiteindelijk vindt Wim in 1984 zijn plek als klinisch chemisch analist in het Zuiderzee Ziekenhuis in Lelystad. Na het faillissement van MC Zuiderzee treedt hij in dienst bij ziekenhuis St Jansdal. Inmiddels zit Wim dus al bijna 40 jaar in het vak en heeft hij de nodige ontwikkelingen meegemaakt.
Op technisch gebied is er veel veranderd. Het begon met veel handwerk: centrifugeren, pipetteren, incuberen en aflezen in seriewerk. Nu wordt materiaal veel meer tegelijkertijd onderzocht en zijn alle apparatuur en werkwijzen veel meer gemoderniseerd: snelle en nauwkeurige (pipetteer)robots. Door deze technologische ontwikkeling ben je meer een operator en komt het werk soms meer neer op buizen schuiven dan op analytisch werk. Het massawerk dat ontstond, vond Wim niet altijd even leuk. Daarom is het heel leuk en uitdagend om je te specialiseren in een bepaalde techniek of speciale bepalingen.

“Avond- en weekenddiensten geven een hele andere dynamiek.

Als je voor problemen komt te staan, moet je alles zelf oplossen.

Dat is de uitdaging”

- Wim Bergmans

Hoe ziet een 'normale' werkdag eruit?

Als Wim zijn dagdienst begint, start hij met het bloedprikken van patiënten die zijn opgenomen in de kliniek. Ongeveer een uur tot anderhalf uur is hij te vinden op de verpleegafdeling. Als hij weer terug is in het laboratorium, wachten er verschillende taken die verschillende collega’s oppakken: speciale technieken, zoals allergie-, DNA en eiwitbepalingen, HPLC-bepalingen van vitamines en medicijnen, urineonderzoek, bloedtransfusielab en bloedgroepen, beenmergonderzoek, het aanvullen van reagens op de apparaten en het valideren en doorbellen van afwijkende uitslagen aan de aanvragers van het onderzoek. Ook komt het voor dat een klinisch chemisch analist wordt ingezet voor bloedafname in het afnamelaboratorium bij poliklinische patiënten.

Specialisaties en aandachtsgebieden

Naast de reguliere werkzaamheden die Wim uitvoert, zijn er ook andere zaken die zijn aandacht vragen. Zo zijn er bijvoorbeeld interne audits. Dit zijn periodieke audits van de werkplekken en bij de prikposten. Hier wordt gekeken of er gewerkt wordt volgens de procedures die we hebben vastgelegd met onder andere de identificatie van de patiënt en patiëntmateriaal, of de voorschriften die gebruikt worden nog kloppen en of er geen spullen gebruikt worden die over de datum zijn. Ook zit Wim in de VIM-commissie van het laboratorium. Hier behandelt hij klachten en meldingen over en binnen het lab. Daarnaast denkt hij graag mee over verbeterpunten en procedures. Naast deze extra bezigheden heeft Wim nog een aantal specialisaties. Zo werkt hij nieuwe collega’s en stagiaires in op de afdeling en schrijft hij mee aan voorschriften voor de apparatuur. Ook maakt Wim deel uit van een kleine groep analisten die werken op het laboratorium in Lelystad. Op dat lab wordt spoedonderzoek gedaan voor de Spoedpoli, afdeling Kort Verblijf/Dagverpleging, poli’s en eerste lijn in een beperkt pakket van bepalingen. De combinatie van deze aandachtsgebieden en dagelijkse werkzaamheden maken zijn werk tot een afwisselend geheel.

Afwisselend werk

Want afwisselend is het werk als klinisch chemisch analist zeker! Wim: “De ziekenhuisomgeving heeft iets eigens. Ik draai onregelmatige diensten en krijg veel vrijheid in mijn werk. Geen dag is hetzelfde; iedere dag andere patiënten, iedere dag een andere werkplek. Ook heb ik veel contact met collega’s van andere afdelingen. De avond- en weekenddiensten vind ik het leukst. Dan ben je bij het hele proces betrokken: bij de patiënt, collega’s en aanvragers. Deze diensten geven een hele andere dynamiek. Als je voor problemen komt te staan, moet je alles zelf oplossen. Dat is de uitdaging.”